Woensdag 31 juli 2019 - Richtlijnen voor spots invoeren in Somda
31 juli 2019: Enkele uitzonderingen die niet meer relevant waren of in het overzicht reizigersmaterieel vermeld staan, hieruit verwijderd.

Voor het invoeren van spots in Somda zijn de onderstaande richtlijnen opgesteld. Vragen en opmerkingen erover zijn welkom in het forum.

Inhoudsopgave van het overzicht

Algemeen
Invoerformaat
Posities
Treinen zonder treinnummer
Buitenlands materieel
Enkele aparte gevallen
Musea


Algemeen

- Voer altijd uitsluitend en alleen in wat je daadwerkelijk ter plaatse hebt zien vertrekken of doorkomen of op een eindpunt hebt zien aankomen. Invoeren wat je gezien hebt op webcams is niet toegestaan, ook al is het duidelijk wat het is.
- Mogelijk foute spots worden gemeld in de "Foute spots"-discussies in het forum, het is daarom van belang deze te volgen.
- Spotten is geen wedstrijd, het is dan ook niet toegestaan deze te organiseren via Somda en/of te koop te lopen met het aantal spots via het forum.
- De eerste spots van iedereen worden gecontroleerd op een juist invoerformaat, zodra blijkt dat correct wordt ingevoerd valt de controle weg.
- Meer informatie over goederen-, museum- en reizigersmaterieel en de invoer daarvan is te vinden in de aparte berichten daarover. Enkele speciale gevallen die daarbuiten vallen zijn onderaan dit bericht opgenomen. Bij onbekend treinnummer: zie Treinen zonder treinnummer.
- Bij treinen waarvan de dienstregeling niet bekend is op Somda of treinnummers die eenmalig ingelegd worden is het vermelden van tijdstip en richting verplicht. Let op, dit geldt niet voor treinen die door werkzaamheden/verstoringen onder hetzelfde nummer maar met voorvoegsels als 30xxxx en 70xxxx worden ingelegd. Hiervan is de tijd gemakkelijk te herleiden.


Invoerformaat

Selecteer bij het invoeren eerst datum en locatie behorend bij de spots. Standaard zet Somda de huidige datum neer, die om middernacht verspringt. Bij het invoeren van spots van een andere dag moet je de datum zelf wijzigen. Let hier vooral op bij invoeren na middernacht: de datumgrens voor invoer ligt op 02.00 uur; treinen tussen 00.00 en 02.00 horen dus bij de voorgaande dag. De spotlocatie kan in een typveld worden ingevoerd, de gebruikelijke verkortingen worden gebruikt. Ze zijn opgenomen in de lijst met verkortingen.

Hierna kunnen in het invoerveld de echte spots worden getypt. Hierbij dient de volgende layout aangehouden te worden:
Materieelnummer (spatie) treinnummer (spatie) positie (spatie) extra informatie
Posities zijn niet altijd van toepassing, meer daarover verderop in dit bericht.
In de extra informatie kan zinnige informatie worden toegevoegd aan een spot, bijvoorbeeld een (grotere) vertraging, het locnummer van een DD-AR-stam en evt. afwijkende route en/of eindbestemming. Bij de extra informatie zijn geen pipelines ( | ) en geen quotes ( " en ' ) toegestaan!
In de module Mijn spots kan een spot achteraf worden bewerkt. Hier bevindt zich ook een veld Verborgen informatie: dit is bestemd voor (persoonlijke) informatie die niet relevant is voor overige gebruikers.
Een voorbeeld van een correcte invoer zou bijvoorbeeld zijn:
2401 7525 V +15
2620 7525 A +15
Dit betekent: treinstel 2401 reed trein 7525 voorop, treinstel 2620 reed trein 7525 achterop (met +15 vertraging als opmerking).
Na het intypen kunnen de spots worden ingevoerd door te klikken op de knop Spots opslaan.

Geavanceerde invoer: Het is mogelijk om in één keer op meerdere locaties in te voeren. Om dit te doen kun je bij de betreffende spots de verkorting van de locatie tussen pipelines ( | ) opnemen, dus bijvoorbeeld |Asd|. De locatie mag op elke positie, behalve achter de extra info, mits gescheiden van de overige items door spaties. Bij regels waar geen spotlocatie staat vermeld wordt automatisch de spotlocatie gebruikt die je hebt aangegeven in het normale keuzeveld.


Posities

Treinen die bestaan uit slechts één materieeleenheid hebben geen positie, bij meerdere materieeleenheden worden er wel positieaanduidingen gebruikt. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen treinstellen en getrokken treinen. In alle gevallen geldt dat de posities bij vertrek van de trein moeten worden aangehouden (uitzondering hierop is invoeren van een spot op het eindpunt van een trein).

Bij treinstellen worden de volgende posities gebruikt:
V = voorste treinstel
M = middelste treinstel (bij drie treinstellen)
A = achterste treinstel
2, 3, 4 = tweede, derde, vierde treinstel, wordt gebruikt indien er vier of meer stellen aanwezig zijn. Voorste en achterste stel blijven wel V en A.
De treinstammen VIRM en DD-AR worden voor invoer gezien als treinstellen. De loc 1700 maakt bij DD-AR onderdeel uit van de stam (73**) en hoeft niet apart ingevoerd te worden. Wel kan het nummer van de loc als extra informatie bij de spot worden opgeslagen.

Bij getrokken treinen werken de posities iets anders: indien er één loc in de trein aanwezig is krijgt die geen positie, ongeacht of die trekt of duwt.
Voor het overige geldt voor de locomotieven:
V = voorste loc (bij meer dan 1 loc)
M = middelste loc (indien er drie locs vóór de trein staan)
A = achterste loc (die vóór de trein staat)
L = loc achterop de trein (in het uitzonderlijke geval dat meerdere locs achterop de hangen, krijgen alle locs positie L, met in de opmerkingen een nummer om de volgorde van de locs aan te duiden).
De treinen die bestaan uit rijtuigen zoals ICR, DDM-1 en de rijtuigen van de IC Berlijn kennen daarnaast ook posities voor de rijtuigstammen. Deze rijtuigstammen worden oplopend genummerd in de volgorde waarin ze rijden, te beginnen bij 1. Bij de meeste treinen bestaat tegenwoordig de set rijtuigen uit één rijtuigstam, die dan positie 1 krijgt.
Voor treinen met losse rijtuigen (zonder stamnummers), zoals internationale chartertreinen, wordt alleen de loc ingevoerd.

Als treinstellen gesleept worden door een loc, dan krijgen de treinstellen posities zoals bij rijtuigen. Hierdoor ontstaat er geen overlap in posities als er meer dan 1 loc voor de trein staat. Als er geen treinnummer bekend is, dan wordt er voor het treinnummer CARGO gebruikt en niet LM, aangezien een dergelijk treinstel ook met een goederentrein overgebracht kan worden. Voor de volledigheid: als het ene treinstel een ander treinstel sleept zijn de gewone treinstelposities van toepassing.


Treinen zonder treinnummer

Er zijn gevallen denkbaar waarbij er geen treinnummer bekend is van een trein of waarbij een bepaald voertuig ergens stilstaat. Invoer hiervan is indien gewenst mogelijk, mits de volgende richtlijnen in acht genomen worden:
- Treinstellen of locs die op een opstelterrein staan en waarbij onbekend is van welke trein ze afkomstig zijn, kunnen worden ingevoerd als geen dienst (GDST)-spots met de tijd als extra informatie.
Materieel dat terzijde staat en niet verandert van spotlocatie mag per gebruiker maximaal 1 keer per maand ingevoerd worden als GDST om een waslijst aan dezelfde spots te voorkomen. Als opmerking kan "terzijde" toegevoegd worden.
- Daarnaast kan het voorkomen dat materieel op opstelterreinen bezig is met rangeren (invoeren als RG), tanken (invoeren als T) of wassen (invoeren als W). Posities kunnen hierbij ook worden gebruikt. Als het opstelterrein geen eigen afkorting heeft, kies dan de locatie van het bijbehorende station (de naam van het opstelterrein mag in de extra informatie).
- Treinen waarvan je het nummer niet of niet zeker weet, worden ingevoerd met een code die het soort trein aangeeft. Evt. vermoedens van treinnummer mogen in de extra info vermeld worden. De codes: voor goederentreinen is dit CARGO, losse loc treinen zijn LLT, reizigerstreinen REIZ en leeg materieeltreinen worden ingevoerd als LM. Voor meet- en werktreinen kunnen eventueel de codes MEET en WTR gebruikt worden. Als scheiding tussen WTR en CARGO kan worden aangehouden dat op een buitendienstgesteld traject werktreinen rijden, overbrengingen over het net gaan dan gewoon als CARGO. In al deze gevallen geldt dat, bij iedere positie, tijd en richting als extra informatie moeten worden opgeslagen; bij goederentreinen moet ook het soort trein worden ingevoerd als extra info. Het bijvoegen van deze info is van belang, enerzijds om de spot nuttig te maken, anderzijds om wellicht nog een treinnummer te kunnen achterhalen.


Buitenlands materieel

Er zijn twee categorieën buitenlands materieel. De eerste categorie is het materieel dat in Nederland verder rijdt dan het grensstation. Het volgende materieel behoort tot deze categorie: ICE- en Thalys-treinstellen, NMBS-loks van de reeks 28 en de loks van goederenvervoerders die in het betreffende overzicht genoemd staan. Dit materieel mag te allen tijden ingevoerd worden, ook als het in het buitenland een binnenlandse trein rijdt, of als het in het buitenland als GDST gespot wordt. Al het materieel dat niet genoemd is, valt onder de tweede categorie. Dit materieel komt hooguit tot de grensstations. Dit materieel mag alleen dan ingevoerd worden als het gespot wordt met een trein van of naar Nederland, of als het in Nederland als GDST gespot wordt. Verder geldt dat Es, en Mt de grensstations zijn, dus niet Ese, Gbr, of Edn.


Enkele aparte gevallen

Er zijn enkele aparte gevallen die van belang kunnen zijn bij het invoeren, die hieronder kort worden behandeld:
- Bij een verstoring (dus niet geplande werkzaamheden) of volledige materieelwissel onderweg kan het treinnummer gewijzigd worden. Veelal wordt in zo'n geval het originele treinnummer aangevuld tot zes cijfers door het voorvoegsel 3, 30 of 300. Het 30xxxx-nummer wordt meestal gebruikt voor het tweede gedeelte van de verbinding, dus bij een verstoring Ut-Asd wordt het 3000 Nm-Ut, 303000 Asd-Hdr, 3000 Hdr-Asd en 303000 Ut-Nm. Gelieve indien bekend het deeltraject als extra info te vermelden.
N.B.: het gaat hier om stelregels, afwijkingen zijn mogelijk!
- De series 3000 en 3100 komen onder hetzelfde treinnummer tweemaal langs locaties Ahb en Ahwa. Bij treinen met meerdere posities leidt dit tot onduidelijkheid, daarom het verzoek deze treinen in te voeren op locaties waar de trein maar eenmaal voorbij komt: Ah (posities zoals bij vertrek), Ahz of Otb dus.
- Hetzelfde geldt incidenteel voor een paar cargo's te Zl, als deze kopmaken te Zlr. Deze passeren dan Zlgea en Zl dus 2x. Aangezien de samenstelling van deze treinen te Zlr nog wel eens wijzigt (loc erbij of eraf) het verzoek om deze treinen uitsluitend te Hea (ri On), te Wh (ri Dv) of Zlr (posities bij vertrek!) in te voeren, ook als je maar één loc in de trein ziet.
- Opgeheven treinen kunnen niet onder dat nummer worden ingevoerd, omdat de trein nooit gereden heeft. Invoer is mogelijk onder het aankomende treinnummer met als opmerking dat de tegentrein niet gereden heeft, anders als GDST met bijbehorende extra info.
- In het geval van treinstellen of rijtuigstammen waarbij de bakken uit elkaar gehaald zijn, mag het betreffende treinstel alleen dan worden ingevoerd als het stamhoudende nummer gespot wordt (VIRM de AB3/4, DD-AR/DDM-1 de Bvk, ICR het stuurstandrijtuig). Bij (sloop)transporten waarbij treinstellen of rijtuigstammen uit elkaar gehaald zijn, wordt de spotpositie van de stammen ten opzichte van elkaar bepaald aan de hand van de A/A1-bakken. Bevat een transport wel B-bakken maar geen A-bak van een bepaald(e) treinstel of rijtuigstam, dan wordt dat nummer niet ingevoerd.


Musea

Materieel van musea dat op de eigen lijn rijdt wordt niet ingevoerd, ook als het wel is toegelaten op de hoofdlijn. Dit geldt ook voor de treinen van museumlijnen die op een NS-station worden gespot (SGB in Gs, SHM in Hn, VSM in Apd en Dr, ZLSM in Krd). Treinen van musea buiten de eigen lijn mogen wel ingevoerd worden. Statisch materieel dat niet zonder meer verplaatsbaar is, zoals de 2104 van het NSM en het eigen terrein niet verlaat, mag niet worden ingevoerd. Materieel dat gebruikt wordt om te rangeren en nooit op de hoofdbaan komt, zoals enkele sikken en hippels, dienen ook niet ingevoerd te worden.

Normaal gesproken worden uitsluitend de locomotieven en treinstellen ingevoerd, zoals locs 1202, 1312 en treinstellen 386 en 766. De enige uitzondering zijn de rijtuigen mat'24 van de SGB en de VSM (in combinatie met locs), aangezien die ook in treinstelformatie dienst kunnen doen. Zie de lijst van museummaterieel voor meer details.